De eerste locatie en de eerste bewoners

De boerderij vormt vaak de rode draad die door de familie loopt. De boerderij van Claes Jacobs aan de Hoge Steeg 10a is daarvan het begin. Aan de ene kant grensde de grond, zoals hieronder is te zien, aan het watertje de Laak en de andere kant aan de weg ‘de hoge steeg’.

Onderstaande tekening is een detail uit een landmeterskaart van 1640.

De omschrijving daarvan is:
“Caerte van eenige landen, gelegen onder de Sevenhuysen in de Duysten ende aen den Amerong-schen Dijck, behorende aan de Vrouwen Conventen der stadt Amersfoort. Ende sijn bij mij, onderschr. geswooren lantmeter, gemeten J. Van diepenem.”

landmeterskaart_1640

Er is een stuk grond op te zien dat eigendom was van het Barbaraconvent in Amersfoort en gelegen in Duist. Het is een deel van Duist, de Haar en Zevenhuizen.

Veel kloosterorden hadden in dit gebied grond in bezit dat verhuurd werd. Hun eigendommen werden in de eerste helft van de zeventiende eeuw op deze manier in kaart gebracht. Op zo’n gepacht stuk grond bouwden de huurders zelf een boerderij. Die boerderij was dan ook eigendom van de pachter. Met grote nauwkeurigheid is het boerenbedrijf getekend en ingekleurd. Aan de ene kant grensde de grond aan de Laak en aan de nadere kant aan de weg ‘de Hoge Steeg’.

 

Hooge Steeg/ De Laack

De boerderij is bekend als ‘de Hooge Steeg’ en ‘de Laack’. Het adres was Hoge Steeg 10a.

Claes Jacobs heeft vermoedelijk de boerderij gebouwd. Uit het Outschiltboeck (belastingboek) in het kwartier Eemland uit 1599 blijkt dat hij al belasting voor het gebruik van de grond betaalde. Uit 1615 is een pachtovereenkomst bekend. Deze overeenkomsten werden voor zes jaar gesloten. De pacht bedroeg 50 Carolus guldens.
Aanvankelijk was de grootte van de grond 10 danmaten (ongeveer 5,7 hectare). Claes Jacobs had er een boerenbedrijf.

Bij deze boerderij aan de Hoge Steeg werd de tolboom in 1643 opgericht.

Drie generaties van dezelfde familie bleven boeren op dit stuk grond.

  • Claes Jacobs dus;
  • Jacob Claes, zijn zoon
  • Claes Jacobs, zijn kleinzoon, degene die zich voor het eerst Tolboom ging noemen.

De drie hierboven genoemde mannen waren dus grootvader, vader en zoon.

Op 11 november 1643 is een akte opgesteld waarin voor het eerst sprake is geweest van “een heck voor aen de hoogsteechse wech. Alle rechten en plichten voor het passeren en onderhouden van de weg en het hek werden hierin geregeld. Met “een heck” wordt een tolboom bedoeld.

 

Zo zag een tolboom er uit.

Het sluitende bewijs dat de naam Tolboom ontleend werd aan de tolboom bij de ‘Hoge Steeg’ werd gevonden in een akte van notaris Antony van Brinkesteijn.

In deze akte uit 1685 staat de tekst:
“dat alsdan daer is gestelt den tolboom dat die tolboom stond onder de gerechte van Sevenhuijsen bij de huysinge van Claes Jacobs welcke Claes Jacobs daer van de naem becomen heeft soo langh hij leefde van Claes Tolboom.”
Dat laat geen twijfel bestaan over de oorsprong van de naam Tolboom.

 

Afstammelingen
Bij een jaarlijkse inventarisatie van het gebruik van de grond staat genoteerd dat Jacob Claes in 1655 22 danmaten had (ongeveer 12,5 hectare). Jacob Claes overleed op 31 oktober 1658.

De zoon van Jacob had dezelfde naam als zijn opa n.l. Claes Jacobs. Hij trouwde circa 1665 met Geertje Evertsdr en bleef op de boerderij, waarop zijn vader en grootvader geboerd hadden. In 1680 wordt in de jaarlijkse inventarisatie van het gebruik van de grond voor het eerst “Claes Jacobs Tolboom” genoemd.

Claes Jacobs overleed zonder kinderen na te laten. Zijn weduwe, Geertje Evertsdr, trouwde op 6 januari 1682 met Jan Jansz van Doorn voor het gerecht van Duist, de Haar en Zevenhuizen. Deze Jan Jansz noemde zich later ook Tolboom net als de eerste man van Geertje Evertsdr. Kennelijk was het in de omgeving al gewoon om te praten over de familie bij de Tolboom.

Geertje Evertsdr overleed kinderloos en Jan Jansz van Doorn Tolboom hertrouwde op 2 december 1687 met Dirckie Willemsdr van Couwenhoven. Dit echtpaar bleef de toenaam Tolboom gebruiken. Alle mensen die de naam Tolboom dragen, stammen van dit echtpaar af.

Dirckie Willemsdr van Couwenhoven was overigens afkomstig van een boerderij aan de andere kant van de Laak.

Tabaksplanters
Op de boerderij werd o.a. tabak verbouwd. In die tijd was tabak een populaire teelt. Er zijn verschillende generaties tabaksplanters te vinden. Hoewel het een arbeidsintensieve teelt was, bleek de winst royaal. Tot diep in de 19de eeuw werkten nagenoeg alle Tolbomen in de Landbouw; de een als veehouder, de ander als akkerbouwer. Tot voor kort waren veel Tolbomen werkzaam in de landbouw.

 

Bron: Genealogie Tolboom